Het gebied is ingericht met meidoornhagen, houtwallen en poelen zodat amfibieën en dassen weer de ruimte krijgen.
De sloot die het terrein ten noorden begrensd, is voorzien van een diervriendelijke oever. Op het terrein zijn ook maatregelen genomen om de vogelstand te bevorderen. Zo zijn er kasten geplaatst specifiek voor de kerkuil, de steenuil en torenvalken en zijn maatregelen genomen voor de boeren- en de huiszwaluw. Ook is er in 2008 een ooievaarsnest geplaatst.
De vele hagen, en bomen bevorderen natuurlijk ook de vogelstand. Ten noordwesten op het terrein is een vogelbosje aangelegd waarin vele bes- en vruchtdragende bomen en struiken zijn gepland. Inmiddels zijn reeën en dassen gesignaleerd op het terrein. Op het terrein staan ook enkele bijenkasten, bedoeld om de bestuiving van de fruitbomen en de moes- en bloementuin te bevorderen.
Cliënten met een verstandelijke beperking van de Hagert werken, samen met de vele vrijwilligers mee aan de inrichting en het onderhoud van het gebied.